Newsletter voor de dierenartsen: Identificatie van paardachtigen Newsletter voor de dierenartsen Identificatie van paardachtigen – wijziging van de regels voor de identificatie van paardachtigen vanaf 14 maart 2016 Op 1 januari 2016 werd een nieuwe Europese verordening[1] van kracht. De Belgische wetgeving werd herzien en aangepast na heel wat overleg met de sector. Het koninklijk besluit van 16 februari 2016 betreffende de identificatie en de encodering van de paardachtigen in een centrale gegevensbank zal begin maart worden gepubliceerd om 10 dagen later in werking te treden. Het zal het huidige koninklijk besluit van 26 september 2013 vervangen. Nieuwe bepalingen vanaf half maart 2016 : Inplanting van de microchip : Het inplanten van de microchip is niet langer enkel en alleen voorbehouden aan de identificeerders! Voor elke behandeling moet de dierenarts de identiteit en de gezondheidsstatus van een paardachtige controleren. Indien de paardachtige geen microchip heeft, moet de dierenarts er een inplanten vooraleer hij een medische behandeling toedient. Medische behandelingen: Indien de paardachtige niet uitgesloten is uit de voedselketen en de behandeling niet toegelaten is voor voedselproducerende dieren, bevestigt de dierenarts de uitsluiting van de paardachtige in het paspoort door hoofdstuk IX (voor paspoorten afgegeven voor 01/01/2016) of sectie II (voor paspoorten afgegeven na 01/01/2016) in te vullen. Binnen de 14 dagen na het toedienen van de behandeling die de oorzaak is van de uitsluiting, meldt de dierenarts de uitsluiting aan de centrale gegevensbank of encodeert die rechtstreeks (via het extranet van de BCP : www.horseid.be[2], met behulp van een login en een paswoord). Ter herinnering: er bestaat een samenvattend document over de toediening van geneesmiddelen bij paardachtigen, dat kan worden geraadpleegd op de website van het FAGG. Er werd een nieuwe handleiding opgesteld voor het opmaken van het signalement. Voortaan gelden dezelfde regels voor het ganse Belgische grondgebied. Het signalement bevat 2 aparte delen: een grafisch signalement (reeds van toepassing) en een beschrijvend signalement (bestaande uit een aantal te selecteren criteria). Het document kan worden geraadpleegd en gedownload via de website van BCP. De informaticatoepassing voor het beheer van de centrale gegevensbank verandert vanaf 16 maart 2016. De nieuwe applicatie, HorseID, zal u de mogelijkheid bieden om toegang te krijgen tot een extranet (www.horseid.be) voor het raadplegen van de gegevens. Van zodra het systeem is opgestart, zult u een e-mail ontvangen met daarin uw login en paswoord (ongewijzigd in vergelijking met de vroegere applicatie). Indien u echter geen toegang meer zou hebben, gelieve dan contact op te nemen met de Belgische Confederatie van het Paard vzw. Het identificatiedossier mag ofwel door een identificeerder ofwel door een stamboekafgevaardigde worden ingevuld. In ieder geval is het absoluut noodzakelijk om op het moment dat het dossier wordt ingevuld: Het dier te controleren op tekens of merken van een eerdere identificatie; De leeftijd van de paardachtige te controleren; Het microchipchipnummer van een paardachtige te controleren indien het dier er al een heeft op het moment dat het identificatiedossier wordt ingevuld ; Het identificatiedossier correct in te vullen (inplantingsplaats van de microchip, grafisch signalement, hermerkingsnummer , …………) en het dossier terug te zenden binnen de 10 werkdagen na het invullen ervan. Ter herinnering : enkel de dierenartsen mogen microchips inplanten. Voor meer informatie, kunt u terecht op de volgende websites: Website FOD Website FAVV Website BCP Extranet BCP: HorseID Website Europese Commissie [1] Uitvoeringsverordening (EU) 2015/262 van de Commissie van 17 februari 2015 tot vaststelling van voorschriften overeenkomstig de Richtlijnen 90/427/EEG en 2009/156/EG van de Raad met betrekking tot de methoden voor de identificatie van paardachtigen (verordening paardenpaspoort) [2] Via ‘Paarden zoeken‘