Equine Infectieuze Anemie, is angst op zijn plaats of niet? Begin 2024 kwam EIA, equine infectieuze anemie, weer in de actualiteit. Het FAVV (Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen), contacteert bepaalde eigenaars van paarden met het oog op een bloedafname, die moet uitsluiten of het paard al dan niet drager is van het virus. De geteste paarden worden daarna in quarantaine geplaatst. Preventief is het belangrijk om bepaalde eenvoudige hygiënische maatregelen te treffen en de insecten dagelijks te bestrijden. De identificatie van de paarden, het gebruik van het mutatiedocument en de gezondheidscertificaten zijn noodzakelijk om de epidemiologische enquête mogelijk te maken. De enquête zal er toe bijdragen dat deze zeer sporadische besmettingsgolf in ons land snel tot het verleden behoort. Wat moeten we hierover denken? Na enkele vragen en antwoorden gesprokkeld te hebben links en rechts, geven wij u hierbij de belangrijkste en de meest noodzakelijke wetenswaardigheden mee. Hoe ziet de situatie er uit op dit ogenblik? In 2010 werden 5 paarden, afkomstig uit Roemenië, geëuthanaseerd nadat ze positief getest werden op EIA. Twee van deze paarden bevonden zich in Vlaanderen en een ervan in de provincie Luik. In mei 2012 reageerde een paard, opgenomen in de universitaire kliniek van Luik, op de Coggins – test. Dit zieke paard leed aan de chronische vorm van infectieuze anemie. De epidemiologische enquête kon dit geval niet linken aan deze van 2010. Desalniettemin loopt deze enquête nog tot op vandaag. De paarden uit de stal waar dit geval zich voordeed werden getest. 3 paarden testten positief en werden geëuthanaseerd. Op 9 juli 2012, enkele kilometers verderop dan de vorige haard, reageerde een vijfde paard op de Coggins – test. Het dier werd eveneens geëuthanaseerd. Sindsdien werd pas begin 2024 er een nieuw geval van EIA vastgesteld in België, met name in de provincie Antwerpen. Meer informatie vindt u via Equi Focus Point Belgium (EFPB). Wat is eigenlijk infectieuze anemie? EIA is een ziekte die enkel paardachtigen treft: paarden, ezels en hun hybriden. Als men de maatregelen wil begrijpen die zich opdringen wanneer een haard wordt vastgesteld, is het van groot belang het verloop van de ziekte te kennen, hoe ze veroorzaakt wordt en hoe ze zich verder verspreidt. Op de site van het FAVV verscheen een gedetailleerd, weliswaar wetenschappelijk artikel, dat de huidige situatie schetst, alsook de symptomen van de ziekte en de maatregelen die daaruit voortvloeien. U zal er eveneens de persberichten kunnen nalezen: www.afsca.be Hoe bestrijden we EIA? Euthanasie EIA is een ziekte waar geen behandeling voor bestaat. Het is dus niet mogelijk een ziek dier te genezen. De paarden worden een “opslagplaats” van de ziekte, met daaruit voortvloeiend, het risico dat ze EIA kunnen overbrengen op andere paarden, zelfs al is de drager uiterlijk kerngezond. Daarom euthanaseert men het paard dat positief reageert op de Coggins – test, of het nu ziek is of niet. Zone voor quarantaine Er is een vector nodig om de ziekte tussen paarden onderling over te dragen. In de natuur zijn het stekende insecten zoals muggen en dazen die het besmette bloed van het ene naar het andere paard overbrengen. Het virus overleeft slechts 4 uur in het insect, dat het virus niet opslaat. Men gaat ervan uit dat EIA niet meer overgedragen kan worden op deze manier, boven een straal van 200 m rond het zieke paard. Daarom worden quarantaine zones beperkt tot enkele honderden meters. De strijd tegen insecten is geen evidentie in de vakantieperiode maar is en blijft een belangrijke preventieve maatregel om besmetting te voorkomen. Hygiënische maatregelen Ook de mens fungeert als vector voor het overbrengen van de ziekte: de mens staat in voor het vervoer van de paarden (soms over zeer lange afstanden), en kan dus het virus ‘vervoeren’ van paard tot paard via het gebruikte materiaal. Het toepassen van de juiste veterinaire praktijken en hygiënische maatregelen is uitermate belangrijk: Het EIA – virus kan tot 4 dagen overleven op het gebruikte materiaal. Het FAVV adviseert op de site : het gebruik van wegwerpspuiten in geval van gebruik van materiaal dat besmet kan zijn door bloed (maagsonde, materiaal voor tandverzorging, verbanden en verzorgingsmateriaal …), of afscheidingen van dieren (verzorgingsmateriaal, trens …): gebruik van wegwerpmateriaal en apart materiaal voor elk paard (ieder paard zijn eigen materiaal toebedelen), of schoonmaken en ontsmetten met een virusdodend ontsmettingsmiddel. Wij vermelden hier toch bij dat het overbrengen van het virus via het paardentuig (bandages, touwen, hoofdstel) eerder anekdotisch is. Epidemiologische enquête De klinische identificatie van EIA is moeilijk: Er zijn paarden die zeer ziek zijn, maar er zijn eveneens asymptomatische dragers van het virus, die nooit of pas zeer lang na besmetting ziek zullen worden. Chronische gevallen (zoals de diagnose in de maand mei) kwamen soms veelal in contact met andere paarden, alvorens de diagnose werd gesteld. Het is dus essentieel dat de “levensloop” van ieder paard vlot uitgestippeld kan worden, zodat een maximum aan dieren, die met het besmette paard in contact kwamen getest worden. Ook belangrijk is te weten te komen hoe het paard besmet raakte. Traceerbaarheid De traceerbaarheid laat toe de levensloop van een dier te volgen, idealiter vanaf zijn geboorte. Daartoe zijn twee elementen van essentieel belang: Identificatie van het dier: chip, identificatiebewijs en inschrijving bij een Belgische databank. Het bijhouden van de verplaatsingen van de dieren: het is natuurlijk onmogelijk alle kleine verplaatsingen bij te houden tijdens het leven van een paard. Toch zijn er twee maatregelen absoluut noodzakelijk als het om grote verplaatsingen gaat: Het mutatiedocument terugsturen wanneer het paard van verzorger of van eigenaar wisselt. Een gezondheidscertificaat aanvragen voor elke verplaatsing buiten de Benelux. Worden mijn paarden getest? Enkel de paarden die verdacht worden, contact te hebben gehad met een besmet paard worden getest. Er is natuurlijk een zekere tijd nodig om een epidemiologische enquête rond te krijgen, want er moet immers terug gegaan worden in de tijd (= het leven van het paard). Dit is de reden waarom paarden, die in contact kwamen met een besmet paard, soms meer dan een jaar na dit contact getest worden! Het paard wordt in quarantaine geplaatst in zijn box vanaf de bloedafname, tot wanneer het resultaat ervan gekend is (meestal een tiental dagen). De bloedafname en de analyse zijn gratis wanneer ze aangevraagd en uitgevoerd worden door een inspecteur van het FAVV. De Coggins – test kan aangevraagd worden door de behandelende dierenarts, maar de kost ervan is in dit geval ten laste van de eigenaar. Infectieuze anemie bij paarden is een ziekte met meldingsplicht: in geval het paard positief test, hebben het laboratorium, uzelf en uw dierenarts de plicht het FAVV hiervan te verwittigen. De euthanasie van het paard is in dit geval onontkoombaar. Er is geen enkele vergoeding voorzien ingeval van de euthanasie van een besmet dier. Besluit Infectieuze anemie is geen zeer besmettelijke ziekte. Ze is bovendien sporadisch in ons land. Toch wordt ze gemakkelijk verspreid door gezonde dragers en door de tijd die er soms over gaat alvorens er symptomen van de ziekte opduiken. Het chronische karakter van de aandoening werkt eveneens de verspreiding van de ziekte in de hand. Paarden worden vlot vervoerd, en dit draagt ertoe bij dat de haarden voortaan verder opduiken van de plaatsen waar de ziekte permanent aanwezig is. Het is dus van primordiaal belang om de epidemiologische enquête zo vlot mogelijk te laten verlopen als een geval zich voordoet, zodat euthanasie van de paarden die dragers zijn van het virus kan uitgevoerd worden. Deze maatregel is spijtig genoeg nodig. Het verlies van een paard blijft een dramatische ervaring, hoe sentimenteel of economisch getint die ook moge zijn. De implicatie van iedereen die contact heeft met paarden zal deze dramatische belevenis uitsluiten bij de meeste eigenaars en liefhebbers van paarden. Dr Cécile Gérardy