Voedselketeninformatie Voor elk paard dat naar het slachthuis wordt gestuurd, dient de paardenhouder de zogenaamde informatie over de voedselketen (korter: voedselketeninformatie of VKI) aan de slachthuisexploitant te bezorgen. Deze informatie mag samen met de paarden toekomen op het slachthuis. De informatie mag op papier of onder elektronische vorm worden overgemaakt, door gebruik te maken van het modelformulier. Men dient één formulier in te vullen per dier dat naar het slachthuis wordt gestuurd en dit formulier is maximum drie dagen geldig. Graag geven wij u hierbij een overzicht van de informatie, die door de paardenhouder aan het slachthuis bezorgd moet worden : Informatie betreffende de gezondheidsstatus van het dier. Indien de beslissing om het dier te laten slachten werd genomen omwille van een stoornis in de gezondheidstoestand van het dier, dient te worden vermeld om welke stoornis het ging. Bijvoorbeeld: kreupelheid. Informatie betreffende de toegediende geneesmiddelen of andere behandelingen. Voor alle geneesmiddelen en alle voederadditieven met een verplichte wachttijd (met name de gemedicineerde diervoeders) die werden toegediend in de periode van 1 maand voor het brengen van het dier naar het slachthuis, vermelding van : de namen; de data of periodes van toediening; de duur van de wachttijden (uitgedrukt in dagen). Informatie betreffende de aanwezigheid van ziekten die de veiligheid van het vlees in het gedrang kunnen brengen. Wat dient gemeld te worden ?A. De bij het paard vastgestelde ziektetekens en aandoeningen. Bijvoorbeeld: algemene ziektetekenen: uitputting, vermagering, geen eetlust, … ademhalingsstoornissen: versnelde ademhaling, hoesten, neusvloei, … bewegingsstoornissen: kreupelheid, … huidletsels: wonden, haaruitval, abcessen, gezwellen, … spijsverteringsstoornissen: diarree, koliek, … zenuwstoornissen: verlammingen, evenwichtsstoornissen, … Alleen de resultaten van onderzoeken, die een belang hebben voor de veiligheid van de voedselketen dienen te worden gemeld. Onderzoeken m.b.t. sportprestaties of bevruchting zijn in dat opzicht niet altijd belangrijk. B. Indien gekend: vermelding van diagnoses en/of ziekteverwekkers. In geval laboratoriumonderzoeken werden uitgevoerd, dienen de conclusies van deze laboratoriumonderzoeken (diagnose) eveneens aan het slachthuis te worden gemeld. Over welke periode dient deze informatie te handelen ? Deze informatie dient betrekking te hebben op de periode van 1 maand voor het brengen van het dier naar het slachthuis. De resultaten van laboratoriumonderzoeken die relevant zijn voor de bescherming van de volksgezondheid. Het betreft de conclusies van laboratoriumonderzoeken naar ziekteverwekkers, chemische stoffen (bv. lood) en contaminanten (bv. dioxine). Alleen de resultaten van onderzoeken, die een belang hebben voor de veiligheid van de voedselketen dienen te worden gemeld. Onderzoeken m.b.t. sportprestaties of bevruchting zijn in dat opzicht niet altijd belangrijk. De productiegegevens, wanneer die ziekten aan het licht kunnen brengen. Het voornaamste gebruiksdoel dient te worden vermeld. Eén van de volgende mogelijkheden dient te worden meegedeeld: melkerij – recreatie – fokkerij – andere. In geval het paard gehouden werd voor melkproductie dient het registratienummer van de melkerij eveneens meegedeeld te worden. De gegevens van de behandelende dierenarts. Verplichte gegevens: naam, adres en telefoonnummer van de behandelende dierenarts. Facultatieve gegevens: e-mail en/of faxnummer van de behandelende dierenarts. Deze contactgegevens dienen enkel te worden meegedeeld indien er in de periode van 1 maand voor het brengen van het dier naar het slachthuis wachttijden voor toegediende diergeneesmiddelen en voederadditieven bestonden en/of andere behandelingen plaatsvonden. Bijkomende gegevens. het chipnummer van het paard de contactgegevens van de sanitair verantwoordelijke: verplicht:naam, adres en telefoonnummer facultatief: e-mail en/of faxnummer de periode gedurende dewelke men houder is van het paard. Eén van de volgende mogelijkheden dient te worden meegedeeld: < 15 dagen – ≥ 15 dagen – > 1 maand – > 6 maanden. de aanwezigheid van een geneesmidddelendepot: er dient vermeld te worden of er op de paardenhouderij al of niet een geneesmiddelendepot aanwezig is. (Bron : Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de voedselketen)